Sint-Eustatius

Sint-Eustatius

Het eiland Sint-Eustatius (ookwel Statia genoemd) is 21 km² groot en er wonen ongeveer 3800 mensen. De hoofdplaats is Oranjestad en het eiland is sinds 2010 een bijzondere gemeente van Nederland. Sint-Eustatius bestaat uit een vermoedelijk slapende vulkaan in het zuidoosten van het eiland, The Quill genaamd (verengelsing van de oorspronkelijk Nederlandse naam ‘De Kuil’) en een ca. 200.000 jaar oud, uitgedoofd vulkanisch gebied in het noorden van het eiland, met daartussen een betrekkelijk vlak terrein.

Geschiedenis

Columbus nam Sint-Eustatius in 1493 waar. In 1636 werd het door de Nederlanders in bezit genomen. Sint-Eustatius werd een belangrijke doorvoerhaven; het meest winstgevende bezit van de West-Indische Compagnie (WIC). In de 18de eeuw werd het wel de Gouden Rots genoemd. In 1779 legden meer dan 3000 schepen uit Europa, Amerika en Afrika aan op de rede van Oranjestad. Soms arriveerden er meer dan 20 schepen op een dag. Op de rede konden 200 schepen tegelijkertijd liggen. In 1776 nam Engeland Sint-Eustatius in. Een afwisseling van Franse en Engelse bezettingen volgde. De economie van het eiland stortte volledig in. Vanaf 1816 was Sint-Eustatius weer Nederlands bezit, maar de voertaal bleef Engels.

Economie

De overheid is de grootste werkgever op Sint-Eustatius. De grootste private werkgever is Statia Terminals, een olieterminal van het Amerikaanse bedrijf NuStar. Daarnaast is toerisme belangrijk, met name duiktoerisme.

De vlag van Sint-Eustatius

De vlag is verdeeld in vier vijfzijdige blauwe vlakken met een rode rand. In het midden is een witte ruit met daarin in het groen de contouren van het eiland en een gele ster.